Via Makassar naar Noord-Sulawesi - Reisverslag uit Manado, Indonesië van Lies en Maarten - WaarBenJij.nu Via Makassar naar Noord-Sulawesi - Reisverslag uit Manado, Indonesië van Lies en Maarten - WaarBenJij.nu

Via Makassar naar Noord-Sulawesi

Door: Maarten

Blijf op de hoogte en volg Lies en Maarten

03 Oktober 2015 | Indonesië, Manado

Lieve mensen, hierbij weer een verslag. Ik zie nu, dat het nogal uitgebreid is, maar ja, er zijn ook zoveel indrukken, die we te verwerken krijgen! We hopen, dat het een beetje te lezen is.
Soms staan er misschien wat verminkte woorden in, maar dat komt dan doordat de IPad woorden soms aanpast, zonder dat ik er erg in heb. Daar moet je maar een beetje doorheen kijken dan.

We zitten nu net over de helft van onze vakantie en aan de ene kant zijn we het nog niet zat; aan de andere kant zouden we ook weer wel eens met jullie willen bijpraten. Maar goed, dat komt nog wel!
Foto's zet ik er later bij, de IPad is aan het opladen en dan kan ik geen foto's lezen van mijn geheugenkaartje.
Veel leesplezier!

Dinsdag 29 september 2015

We beginnen een nieuw hoofdstuk in onze vakantie; we hebben Java achter ons gelaten en zijn op Sulawesi, het vroegere Celebes, aangekomen. Wanneer we aankomen in Makassar, de hoofdstad van Sulawesi, is het behoorlijk heet, zo'n 37 °C. We hebben onze bagage vrij vlug; gelukkig is het allemaal meegekomen, het kan nog weleens fout gaan en dan zit je met een probleem, wanneer je tenminste niet een en ander in je handbagage meegenomen hebt aan verschoning. De bagagedragers worden hier gecheckt, zodat men zeker weet, dat je met de goede bagage ervandoor gaat. Dat zal zo zijn redenen wel hebben denk ik.
We zijn nog in het gebouw, als de telefoon gaat. Het is Erick, ons contact in Makassar en neef van Sally van het kindertehuis, die van alles voor ons geregeld heeft. Hij is er nog niet, maar komt er aan, blijkt later, maar de verbinding is slecht en ik mis een aantal dingen die hij zegt. We gaan naar buiten en we zien wel, of er iemand staat met een papier met onze naam erop. Na een paar telefoontjes komt hij voor rijden op de pick up plaats en wordt alles vlug ingeladen en weg zijn we. Erick blijkt met een van zijn werknemers te zijn gekomen, die van alles voor hem regelt, een soort grote boodschappenjongen. Eerst worden we meegenomen naar een restaurant om te eten, lekker kippenpoten met rijst en pittige goedjes en kunnen we, hard pratend om boven het lawaai uit te kunnen komen, wat nader kennis maken.
Erick heeft een eigen bedrijf, zoals hij zelf zegt, een "small company" in het containervervoer, hoofdzakelijk tussen de Indonesische eilanden onderling. Hij heeft 12 mensen in dienst en naar onze inschatting houdt hij er een aardige boterham aan over. Hij is opgegroeid in de bergen van Noord-Sulawesi, dus in de buurt van Manado, waar we over twee dagen naar toe gaan. Het gesprek gaat op een gegeven moment over bier, welke ik de lekkerste vind in Indonesie, Bintang of Anker. Ik heb alleen maar de eerste gedronken, dus ik kan het niet vergelijken. Maar wat gebeurt er? Onderweg naar het hotel wordt de werknemer eerst even om vier flesjes bier gestuurd, die zijn voor vanavond. Erick heeft voor ons een Superior kamer in een Best Western hotel geboekt, behoorlijk luxe mag je wel zeggen. Hij heeft hem ook al betaald....
We zijn eigenlijk best wel moe, dus ondernemen we 's avonds ook niets meer; reizen is best een vermoeiende bezigheid.

Woensdag 30 september 2015

Lekker op het gemak vanmorgen, we hoeven niet te haasten en genieten een uitgebreid ontbijt met uitzicht op een schoolplein van een internationale school. Leuk om die kinderen zo bezig te zien, er wordt serieus veel aan sport gedaan en er wordt door de leraren goed opgelet, of er wel goed meegedaan wordt. Het ontbijt is zeer divers, er is voor elk wat wils, dus daar hebben we beslist niet over te klagen.
Na het ontbijt te trekken we de stad in. Makassar is een vrij grote stad, met ongeveer 2 miljoen inwoners en het is het economische hart van Sulawesi, met zijn industrie en zijn havens. De naam van de stad komt oorspronkelijk van de Nederlanders af. Na de onafhankelijkheid van Indonesie heeft de stad nog ruim 50 jaar de naam Ujung Pandang gehad, maar nu is het weer Makassar. Er is niet erg veel over Makassar te vertellen, er zijn een paar aardige dingen te zien voor toeristen. Dat is allereerst Ford Rotterdam, gebouwd op een oude vesting van de stad. het heeft een typische Hollandse bouwstijl, behoorlijk herkenbaar. Het is vandaag weer erg warm, dus het bezichtigen gaat in langzaam tempo. We bezoeken ook uitgebreid het provinciaal museum, waarbij we twee keer zoveel moeten betalen als een local. Het museum is trouwens wel een bezoekje waard; voor 20000 rupiah krijg je veel interessante dingen te zien.
We trekken na dit bezoek weer verder, richting oude haven, Pelabuhan Paotere en onder weg komen we langs een zaak waar ze zowaar patat verkopen. Nu hebbe we al zo lang geen frietjes meer gegeten, dat we spontaan besteld hebben. Het is trouwens toch goed, om rond twaalf uur de schaduw op te zoeken, veel te heet in de zon.
We krijgen weer de nodige bekijks als een van de weinige blanken, die daar rondlopen en als er tijdens onze lunch een hele rits leerling soldaten binnenkomen, is het gedaan met de rust. We krijgen wel van tien man een hand en er worden foto's gemaakt. Soms wordt het wel eens een beetje vervelend, moet ik zeggen.
Na de lunch trekken we verder, volgens de GPS is het maar een klein eindje, dus aanbiedingen van bejak rijders slaan we af. Maar wanneer we denken op de bestemming aan te komen, blijkt daar een Ferry terminal te zijn en beslist geen oude haven. Op de vraag waar de "old harbour" is, weet niemand een antwoord, maar als ik in het reisboek de moeilijke naam laat zien, zeggen ze: Ah, mister, dat is nog wel 2 kilometer! Bejak rijders ruiken hun kans, maar wij willen lopen en daar snappen ze niets van. Gekke toeristen wie gaat er nou lopen in de brandende zon, toch niemand? En ze proberen ons maar in zo'n bejak te krijgen. Hadden we het achteraf bezien, maar gedaan, want het is echt nog een heel eind.
Uiteindelijk komen we in de haven, met nog traditionele schoeners, die nog met de hand geladen worden. Balen rijst of cement, maakt niet uit, van 40 kg worden door de dragers het schip op gesjouwd, over een loopplank van ongeveer 20 cm smal. De dragers lopen op slippers of blote voeten, je moet het zelf maar eens proberen, binnen de kortste keren lig je in het water.
De woonbuurt aangrenzend aan de haven is erg slecht, schrijnend hoe mensen daar in die krotten leven. Je wordt niet echt vrolijk als je daar loopt en toch: je ontmoet daar ook mensen, die op een gegeven moment rond je staan of zitten en aan praatje aan proberen te knopen. Dat gaat erg moeizaam, maar als je foto's neemt en ze laat zien, is iedereen dolenthousiast.
Terug naar het hotel nemen we een motor bejak, die ons na wat onderhandelingen tot in de buurt van het hotel brengt. Ik heb het hotel niet genoemd, want als je het Best Western noemt, zou de prijs nog wel eens hoger kunnen zijn. Als je in zo'n hotel zit, barst je van het geld in de ogen van veel mensen hier. Aparte ervaring in zo'n bejak; je zit in het verkeer, wat overal rakelings langs je rijdt, maar je steeds net niet raakt. Bovendien zit je ook met je snufferd midden in de uitlaatgassen, dat is minder fraai.
Nadat we wat uitgerust hebben op onze kamer en de vuiligheid van de stad van ons afgespoeld hebben, krijgen we een SMS van Erick, dat hij ons niet mee kan nemen uit eten, omdat hij toch moet werken vanavond. Nou, dat is geen probleem, we zoeken onze weg wel. We eten lekker in het hotel en gaan de deur voor de rest niet meer uit. Eigenlijk zijn we blij, dat we deze stinkende stad weer achter ons kunnen laten, want morgen trekken we naar het noorden.

Donderdag 1 oktober 2015

Erick komt ons om 9:30 u ophalen in het hotel om ons naar het vliegveld te brengen. Hij is een beetje gestrest, ik denk dat hij het erg druk heeft, maar dit absoluut nog even voor ons wil doen. Op mijn vraag of hij niet moet werken, antwoordt hij van niet, maar onderweg krijgt hij nogal eens telefoontjes over twee verschillende telefoons, dus niet werken is natuurlijk onzin. Hij blijkt voor zijn diensten niets te moeten hebben, ik mag hem zelfs niets geven als gift voor zijn kerk. Hij heeft ons als gast beschouwd en voor een gast betaal je alles. Kijk, hij heeft het behoorlijk goed, dus hij kan het allemaal gemakkelijk betalen, maar je moet het ook maar willen, het is om stil van te worden, zoveel gastvrijheid!
De balie blijkt al open te zijn, dus we kunnen de bagage gelijk al kwijt, dat is gemakkelijk. Precies 40 kg bij elkaar, dus net niet bijbetalen. Hierna gelijk nog even een paar miljoentjes pinnen en een koffie drinken bij Starbucks en daarna naar de gate. Maar daar blijkt dat Lies haar instapkaarten niet meer heeft, baken, maar gelukkig hebben we nog alle tijd. Even checken: heb ik haar de instapkaart gegeven? Ik weet het niet meer en zij ook niet. Normaal gesproken doe ik dat wel: ieder zijn eigen documenten. Terug naar Starbucks: niets gevonden, bij de geldautomaten ook niet. Dan gaan we maar weer terug naar de balie, een nieuwe halen, printen ze de verkeerde uit. Terwijl ik Lies haar paspoort weer geef, zie ik de kaart aan het plastic gedeelte vastgeplakt zitten, gelukkig!
In het vliegtuig zijn we ongeveer de enige blanken, dus dat valt wel op. We zitten naast een heel aardige jongen, die ons met zichzelf op de foto zet, alsof hij een soort trofee verovert, ach, je raakt er ook wel weer een beetje aan gewend.
Na aankomst in Manado, Noord-Sulawesi, worden we buiten aangesproken door een man, die ons contact Stevy blijkt te zijn. Het was voor hem niet moeilijk om ons als ongeveer enige blanken er uit te vissen. Hij heeft voor ons een hotelkamer geregeld in het Swiss-Bel hotel, een vrij luxe hotel. Door hem krijgen we ook weer korting, dus ook hier hangt het allemaal weer af van relaties en contacten. Anne-Marie en Raoul zitten niet in dit hotel, want het is vol, maar in een hotel vlakbij. Zodra Stevy weg is en op onszelf zitten, bellen hen op en een tijdje later zitten zij in de lobby van ons hotel. Het is een mooi weerzien en er is natuurlijk van alles te vertellen. Daarom gaan we eerst eens een glas drinken in de stad en een hapje eten, nadat we eerst wat door de stad gedwaald hebben.
Manado is een stad van ongeveer 70000 inwoners, dus iets groter dan Middelburg. Maar het is er ten eerste veel drukker, het stikt hier van de blauwe busjes, die een soort openbaar vervoer voorstellen en ten tweede is het onderhoud van voornamelijk de trottoirs of voetgangerspaden enorm slecht. Je kunt zomaar in een gat vallen, midden in het riool, en een been breken of erger. Dus het is zaak, zeker als het donker is, om heel voorzichtig te zijn. Je kunt beter stukken over de weg lopen, de auto's gaan wel om je heen.
Ook is er in de stad heel veel armoede, wanneer je daarover iets wilt lezen, ga dan naar de blog van Anne-Marie en Raoul, raoulenannemarie.waarbenjij.nu.
Het laatste wapenfeit van de dag is een ritje met zo'n eerder genoemd blauw busje. We hebben geen flauw idee, hoe dat werkt, maar we hebben geen zin om het hele eind terug te lopen, dus proberen maar. En inderdaad, af en toe stopt er een aan de kant van de weg en roep je, waar je naar toe wilt en soms ligt hun route er niet langs en soms hebben ze geen zin en soms weten ze het hotel gewoon niet te vinden. Maar uiteindelijk vinden we toch iemand bereid om ons te rijden na stevige prijsonderhandelingen, maar dat is het spel. Soms zijn het hele gare busjes en soms helemaal gepimpt en met bonkende muziek erin of videoclips. Je kunt het zo gek niet bedenken.
Toch een hele belevenis!

Vrijdag 2 oktober 2015

Vandaag proberen we een trip te maken naar het Tasikoki Animal Rescue Center in Bitung. Dat zegt het gros van de mensen helemaal niets, maar laat ik het uitleggen.
Ongeveer twee jaar geleden zagen we op TV een aflevering van "De Reünie", waarin een schoolklas na zoveel jaar weer samenkomt om te zien wat er van de mensen geworden is. In deze aflevering heeft het verhaal van een van hen, Willie Smits, ons bijzonder getroffen. Hij had bosbouwkunde in Wageningen gestudeerd na het lyceum en was uiteindelijk in Indonesie terecht gekomen, waar hij een opvangcentrum voor dieren opzette. Deze dieren waren bevrijd uit handen van smokkelaars en hij probeerde in zijn centrum de dieren voor te bereiden op hun terugkeer in de wildernis. Een zeer bevlogen man, die bovendien zich volledig inzette voor milieubescherming in Indonesie, op het gebied van sustainability, ofwel het bijvoorbeeld klimaatneutraal winnen van palmolie, zonder dat de mensen in hun portemonnee geraakt worden.
Na de uitzending zeiden we: "Wanneer we ooit nog eens in Indonesie komen, willen we zijn centrum bezoeken", en nu zal het er van gaan komen. We huren bij het hotel een auto met chauffeur en gaan op pad naar Tasikoki. Het is normaal gesproken anderhalf uur rijden, maar het blijkt, dat de driver niet precies weet, waar hij moet zijn, dus rijden we een beetje rond, totdat wij het heft in handen nemen met het navigatiesysteem van Raoul. En inderdaad, in de bush-bush vinden we het centrum, waar we de enige bezoekers sinds een week zijn, getuige het gastenboek.
Een medewerker vertelt vooraf wat van de doelstellingen van de stichting, waarvan Tasikoki het kleinste centrum is, op Kalimantan is een veel groter opvangcentrum met o.a. wel 2000 orang oetangs. We zien, hoe de smokkelroutes lopen vanuit Papua, via Sulawesi naar de Filipijnen, waar dieren verhandeld worden als huisdieren of om op te eten; veel van die routes lopen via de haven van Bitung, waar ook het centrum gevestigd is.
We kijken bij de vogels, een "sunbear" en de orang oetangs, die elk hun verschrikkelijke verhaal hebben. De medewerker legt het allemaal heel duidelijk uit in goed Engels en heel uitgebreid. Het geheel is heel indrukwekkend en hoe is het mogelijk, dat iemand in zeg 25 jaar zo'n centrum opgebouwd heeft; niet alleen hier, maar ook op andere plaatsen.
We mogen maar op een beperkt aantal plaatsen kijken, om de dieren niet al te veel te verstoren, maar we zijn toch twee uur bezig met de trip, die eindigt op een uitkijktoren, waar je een magnifiek zicht hebt op het strand en de zee, waar het gebied aan grenst.
Mocht iemand van jullie geïnteresseerd zijn in het werk van het centrum, zoek dan op Willie Smits en Stichting Masarang.
Op de terugweg is het erg druk en dan kun je volop rondkijken. Wat vooral opvalt hier in Noord-Sulawesi, is dat er heel veel kerken zijn, Katholiek en Protestant. Het is hier overwegend christelijk, Islam is hier een minderheid; op Java was het andersom. Maar hier schijnt het, net als in Nederland ook aardig versnipperd te zijn, vandaar die vele kerken, soms wel vier op een kluitje.
's Avonds gaan we met z'n vieren wat eten in de stad en pakken daarvoor een blauw busje, na eerst onderhandeld te hebben over de prijs; meestal moet je niet meer dan de helft betalen van wat ze vragen en als je wegloopt stellen ze hun prijs wel bij.
We eten heerlijk bij een Chinees en drinken nog een biertje bij een coffee shop, met een portie "Holland Bitterballen" die hier geserveerd worden met een salade, tomatenketchup en mes en vork! Wel aardig, maar ze smaken niet naar bitterballen en je brandt je mond er ook niet aan en dat zou wel moeten.
Terug nemen we weer een blauw busje, die ons eerst bij het verkeerde hotel wil afzetten en daarna weigert om de straat van ons hotel in te rijden. Op een gegeven moment raken we het zat en zeggen: OK, dan stappen we hier uit en krijg je niet het volledige bedrag! Daar staan we dan midden op een rotonde ruzie te maken. Het eind van het liedje is, dat we uitstappen en dat de vrouw van de driver, die er naast zit, weigert om zelfs de helft van het afgesproken bedrag aan te nemen, ook goed, de rest lopen we wel.
We lopen ook nog even een apotheek binnen, met een dokterspraktijk, want Raoul kampt al een poosje met een zere keel en moet akelig hoesten. De dokter is al naar huis, maar de apotheker bevraagt Raoul, wat de klachten zijn en beveelt uiteindelijk een licht antibioticum en iets tegen de hoest aan. Maar kijken, wat de dag van morgen brengt, misschien toch even langs de dokter?
Morgen, zaterdag verhuizen we weer, dan gaan we naar Tomohon, in de bergen. Daar is ook nog van alles te zien, dus we verlaten straks weer een stinkende stad en zoeken de frisse lucht op. Daarover schrijf ik weer in een nieuw verslag.

  • 03 Oktober 2015 - 11:04

    Lou En Jane:

    Leuk om weer jullie verhalen te lezen. Wij zijn ook bij Will Smit geweest maar dan op Kalimantan. Jullie verhalen komen ons dan ook bekend voor. Wij vonden Manado ook geweldig. Ook op Bunaken hebben wij nog gesnorkeld daar en een zeeslang gezien. Jullie hebben tot nu toe een fantastische reis.

  • 03 Oktober 2015 - 11:49

    Henk & Willy:

    Goeiendag,

    Mooie reisverslagen en een hele belevenis wat jullie allemaal zo meemaken.
    Antibiotica krijg je hier alleen op recept, daar gaat dat schijnbaar wat makkelijker.

  • 06 Oktober 2015 - 09:40

    Maria:

    Tsjonge, wat een andere wereld toch! Maar wel bijzonder en wat grappig dat
    jullie zulke bezienswaardigheden zijn! Maak je dat ook eens mee!
    Ik heb wel weer eens zin om een duet te spelen, maar ik vermoed
    dat er weinig van spelen komt...straks eens alle foto's zien.
    Trouwens donderdag komt Floria Nica weer, kan ik daar
    nog wat duetten mee spelen! Doe rustig aan anders hebben jullie straks
    nog een vakantie nodig :-) groetjes, Maria

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Indonesië, Manado

Lies en Maarten

Actief sinds 31 Aug. 2015
Verslag gelezen: 284
Totaal aantal bezoekers 5375

Voorgaande reizen:

15 September 2015 - 16 Oktober 2015

Java en Sulawesi

Landen bezocht: